IMH richt op ouders en kinderen tussen de 0 en 6 jaar.
In de Infant Mental Health (IMH)-behandeling wordt de aandacht gericht op het opbouwen en verbeteren van een veilige band tussen het ongeboren kind of het jonge kind en de ouders/verzorgers. De behandeling richt zich op ouder en kind en de ouder-kind relatie. IMH kan worden ingezet wanneer sprake is van sociaal-emotionele problematiek bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar. Daarnaast kan IMH ingezet worden wanneer ouders twijfels hebben over het ouderschap en/of veel stress of moeilijkheden ervaren bij het ouderschap. Deze twijfels of moeilijkheden kunnen van invloed zijn op de ouder-kindrelatie en daarmee van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind.
Voor wie?
Ouder(s) met een baby of peuter/kleuter die overmatig huilt, slaap- en/of eetproblemen heeft, opvallend druk gedrag vertoont, angstig en/of teruggetrokken gedrag vertoont, snel overstuur is, driftbuien en/of dwingend gedrag laat zien, een andere ontwikkeling doormaakt, met wie moeilijk contact te krijgen is.
Of ouder(s) die onzeker zijn over hun ouderschap, problemen ervaren in de relatie met hun kind, waarvan de zwangerschap of ontwikkeling niet verloopt zoals gehoopt of verwacht, die angst, somberheid of stress rondom de zwangerschap ervaren, die niet kunnen genieten van het ouderschap door angst of (post-natale) depressie, die nare ervaringen hebben tijdens of als gevolg van zwangerschap en/of bevalling.
Contra-indicaties:
- Het ontbreken of intrekken van toestemming voor diagnostiek en/of behandeling door een van beide ouders/verzorgers of wettelijk vertegenwoordiger(s)
- Onmogelijkheid tot het aangaan van een behandelrelatie met het kind en/of zijn ouders/verzorgers.
- Acute, ernstige psychiatrische problematiek waarbij crisisinterventie en/of klinische behandeling gewenst is.
- Ontbreken van overeenstemming m.b.t. problematiek, diagnostiek en/of behandeldoelen.
- Ouders en/of verzorgers zijn niet in staat of niet gemotiveerd om samen te werken
- (Opvoedings-)problemen die gerelateerd zijn aan de gezinsomstandigheden zoals verwaarlozing, verslaving, mishandeling of een vechtscheiding van ouders